aelv-1.jpg

VERSLAG van de reis van Bram Krol naar de DEM. REP. CONGO, jan./febr. 2010

Algemeen

Veel tijd moest dit keer worden besteed aan vergaderingen. Eerst teamvergaderingen over de inhoud en doelen van ons werk en daarna intensieve planningssessies. Een cursus Gemeentegroei voor a.s. docenten, en veel vergaderingen t.b.v. de nieuwe statuten en het huishoudelijke reglement van Africe. Verder ook de samenwerkingsovereenkomst tussen Facilite (Ndl.) en Africe (Congo). Gelukkig zijn we met al die zaken (bijna) klaar. Dat alles is niet zo interessant voor buitenstaanders, maar het is een zegen dat alles naar behoren is verlopen. Dat geeft een goede basis om door te gaan.

            Het was de warme tijd en dit keer zelfs extreem warm. Ook de Congolezen leden eronder. Vaak bracht de nacht pas tegen een uur of 4, 5, een klein beetje verkoeling. Dat zijn van die nachten waarin slapen overgaat in zweten, en elke nieuwe ochtend een vermoeid begin kent.

Reis naar Kimvula

Nadat de meeste organisatorische zaken waren geregeld, heeft een team van 5 man een reis gemaakt naar de oostelijke uitloper van de provincie Bas-Congo, het territoire van Kimvula (hemelsbreed 120 km. ten zuidoosten van de hoofdstad), waar we hebben geëvangeliseerd, maar vooral onderzoek hebben gedaan naar de mogelijkheden voor toekomstige campagnes en pastorale conferenties. De mensen smeken er bijna om. Er kwamen 26 mensen tot geloof in spontane ontmoetingen. Alleen is de reis bijna niet te doen. Geërodeerde zandwegen maken die bijna onmogelijk. Van de zes dagen van onze reis hebben we er 2 in de jeep doorgebracht, omdat we niet voor het vallen van de nacht op de plaats van bestemming konden komen. De andere nachten heb ik (net als de anderen) op beton geslapen.

            We maakten de reis samen met een afgevaardigde van een vereniging van oorspronkelijke bewoners van het gebied van Kimvula, die in de meeste gevallen in Kinshasa tot geloof zijn gekomen, en die zich nu willen inzetten voor de evangelisatie van hun geboortegrond. Alleen konden ze de reis daarheen tot hiertoe niet betalen. Ze beschouwden het contact met ons als een gebedsverhoring; en wij het contact met hen.

            Kimvula ligt strategisch voor het bereiken van het noordoosten van Angola, een nog grotendeels ongekerstend/halfgekerstend gebied. Aan beide zijden van de grens wordt het Kikongo gesproken, tot wel 150 km. Angola in.

Herstel contacten

De contacten met diverse groepen en gemeenschappen, die verwaterd waren, zijn hersteld. Ik heb gesproken met de huidige algemene leider van de Evangelische Kerk van Getuigen van Christus (zie het boek: Bulldozer van een opwekking), een genootschap van ruim 2 miljoen mensen. Dat resulteerde in uitnodigingen voor conferenties in Mbuji Mayi voor augustus a.s. In hun belangrijkste gemeente in Kinshasa heb ik gepreekt. Het was warm, ik droop van het zweet en mijn jasje leek tenslotte op een vaatdoek. Maar de contacten zijn weer als vanouds. 

            Met een nationaal bekend evangelist (dhr. Walesa) hebben we contacten gelegd, en zoeken we uit of er mogelijkheden zijn tot samenwerking. Ook met enkele oud-medewerkers zijn de contacten aangehaald, predikanten uit Kinshasa, ds. François Mufokoto en ds. Albert Keita, evenals met evangelist Mpoyi, ds. Mpinda en ds. Sita Luemba. (Zie Bulldozer van een opwekking en Het vlammende hart van Afrika.) We hebben een heel team van vrijwilligers en adviseurs om ons heen.

Pioniersteams

Dit keer laat ik 4 hoogst-enthousiaste teams achter, die zich enorm willen inzetten in de oerwouden van de noordelijke Bandunduprovincie en in het Kwilu-district, waar we in juli campagnes hopen te houden, in en rond het stadje Panu. Al op 1 maart verlaten ds. Vincent Kuzenzama en ds. Jean Kimbungula hun gezinnen en kerken in Kikwit resp. Idiofa, om per motor naar het oerwoudgebied van Oshwe (450 km.) te rijden en daar in onbereikte gebieden te evangeliseren. Het was mooi dat tijdens onze conferentie de zware crossmotor (nodig voor het zware terrein in het oerwoud) in de haven van Matadi aankwam.

            Een maand later gaan Dieudonné Boleko en Lotudi, onze twee pygmese evangelisten, samen met de predikanten Matthieu Kuza en Esaie Kitoko uit Kinshasa aan de slag in een gebied noordelijk van het eerder genoemde, op 250 km. van hun dorp. Ook zullen ze reizen naar noordelijker streken gezien vanuit Bokota, bij de grens met de Evenaarsprovincie, waar de mensen nog geheel animistisch zijn. Andere gebieden volgen later. Er zijn plannen gemaakt voor dit jaar en het volgende (in de hoop dat we het benodigde geld bijeen kunnen krijgen)

Ds. Richard Mayoko heeft een brochure over Gemeentegroei in zijn taal (Kikongo) vertaald, en samen met hem en ds. Luswa heb ik het nazorgboekje Opbouw, dat ik ooit schreef en waarvan vele duizenden exemplaren in ons land verkocht zijn, vertaald in het Frans. Daar is een grote behoefte aan. Ik hoop het in Nepal te laten drukken, wat een stuk goedkoper is dan in Congo en ook Nederland. In maart wil ds. Mayoko zich wijden aan nazorgreizen in zijn woongeboied (Masi Manimba) en wijde omgeving, waar we twee à drie jaar eerder campagnes hebben gehouden. (Beter laat dan nooit.)

Bestuur

Het bestuur van Stichting Africe is bijzonder sterk, en wordt kundig geleid door ds. Emanuel Kindia. Hij heeft veel tijd gegeven aan de training van de evangelisten en het formuleren van gemeenschappelijke doelen. Ons Afrikaanse kantoor is vrijwel klaar, prachtig gelegen aan de Avenue Kabambare, onder een hotel en achter een zelfbediening in een prachtig gebouw. Het is een kostbare gift van papa Sola, een zakenman die ook in ons bestuur deelneemt. Binnenkort stelt het bestuur een chef de bureau aan.

            Ook de coördinator van ons werk (voorheen: secretaris-generaal), ds. Bernardin Luswa uit Kikwit, zit in het bestuur. Deze is de afgelopen week voor 1½ maand naar Zuid-Afrika vertrokken, om daar een cursus bij te wonen over geestelijk leiderschap en Gemeentegroei, die hem verder zal bekwamen voor zijn taken als leider en docent.

Slotconclusies

Waar het eerst een buitenlander was (mijn persoon) die de kar moest trekken, wordt het werk nu gedragen door 10 – 20 zeer enthousiaste en kundige werkers en een sterk bestuur. De onkosten worden zoveel mogelijk teruggedrongen door onze hardwerkende boekhouder (Simon Makiadi, zie Maki adieu!). Maar elke keer schrik ik opnieuw van het dure leven in Congo... Er liggen div. drukwerken klaar om gedrukt te worden. Ik verwacht een rijke geestelijke oogst van ons werk in het hartje van Afrika, mede als gevolg van onze stimulerende en leerzame conferentie.

Gorinchem, 21 februari 2010, Bram Krol