VERRASSENDE VRIENDEN VAN GOD

In alle culturen, talen en landen vind je vrienden van God. Maar sommigen behoren zelfs niet tot een kerk. Dat is verrassend. Je komt dit een aantal keren in de Bijbel tegen. Hoe zit dat?Je moet toch op zijn minst Christen zijn, is het niet? Nee!

Deze wetenschap heeft me geholpen in andere culturen en religies ‘vrienden van God’ te ontmoeten. Sommigen waren filosofisch ingestelde Brahmins, of ook een oosterse goeroe, hele massa’s mensen uit het animisme, diep in de oerwouden, of islamitische waarheidszoekers. Ze hebben een diep respect voor God en willen Hem kennen en dienen. Moeten ze niet uiteindelijk in de Kerk terecht komen? Ja, maar soms gaat dat (nog) niet.

Velen onder de groten der aarde hebben bloed aan hun handen, en maken zich schuldig aan fraude, onrecht en noem maar op. Onder hen vind je ook Cyrus, de Perzische koning. Maar God had een bijzondere band met hem: “Dit zegt de Heer tegen Cyrus, zijn gezalfde, die Hij bij de rechterhand neemt, aan wie Hij volken onderwerpt...” (Jesaja 45:1) God zal hem sterk maken en rijk, en...: “Dan zul je weten dat Ik de Heer ben, de God van Israël, die jou bij je naam roept.” Maar God is toch vóór zijn volk, en tégen de anderen? Het eerste is juist, zij het niet onvoorwaardelijk. Het tweede klopt niet. We zijn behept met een verkeerde denktrant: óf-óf. Zo is God niet, als het om mensen gaat. De heiden Cyrus is zijn uitverkorene, met wie Hij een bijzondere vertrouwensrelatie onderhoudt. Maar inderdaad, hierin speelt ook Israël, bijna onvermijdelijk, een rol: “Omwille van mijn dienaar Jakob..., heb Ik je bij je naam geroepen en je met een erenaam getooid, ofschoon je me niet kende.” (:4) Elders zegt God over Cyrus: “Dit is mijn herder.” (Jesaja 44:28) Opmerkelijk!

Misschien is Bileam een nog ‘moeilijker geval’. Hij had een bijzondere godskenis, maar heulde met de vijanden van Israël die tegen haar streden. Maar zijn woorden zijn profetisch en juist, en getuigen van een bijzondere band aan God. Hij sprak met Hem, zoals dat maar zelden gebeurt. “ ’s Nachts verscheen God aan Bileam...” staat er (Numeri 22:20), en verder: “De Engel van de Heer zei tegen Bileam: Ga maar met die mannen mee. Maar je mag alleen zeggen wat Ik je opdraag.” (:35) Bileam is zich van zijn bijzondere godskennis bewust. Misschien overdrijft hij wat als hij zegt: “Zo spreekt Bileam..., die Gods woorden hoort, die weet wat de Allerhoogste weet en ziet wat de Ontzagwekkende toont...” (Numeri 24:15,16) Maar het blijft een onthutsende ervaring een bijzondere vriend van God te ontmoeten, die niet ‘bij de juiste kerk’ hoort.

Was Jetro, de schoonvader van Mozes, ook zo iemand? Hij was een Midjanitisch priester, naar Exodus 3:1 en 18:1. Deze Jetro geeft in Exodus 18 Mozes zeer waardevolle adviezen. Maar dat niet alleen. “Mozes’ schoonvader Jetro bracht God een brandoffer en een vredeoffer, en Aäron en alle oudsten van Israël namen samen met hem aan het offermaal deel, ten overstaan van God.” (:12) Deelname aan een offer was een heikel punt. Toch deed de hogepriester van Israël dat. Er was blijkbaar geen bezwaar tegen, in het geval van Jetro. Ook buiten het uitverkoren volk heeft God zijn kinderen.

Nu kun je van Jetro en Bileam nog aannnemen, dat ze stammen uit gelovige geslachten. Want voordat Israël bestond waren er ook gelovigen. Hun (op zich correcte) godskennis is langzamerhand weggeëbd. Maar wat te denken van Naäman? Dat was een echte heiden, die afgoderij bedreef. Hij stopte daar zelfs niet mee, nadat hij door God wonderbaarlijk was genezen. Hij kon dat ook niet, gezien zijn maatschappelijke positie. Hij vraagt aan Elisa: “Maar ik hoop dat de Heer mij het volgende zal willen vergeven: wanneer mijn vorst naar de tempel gaat om zich voor Rimmon (een afgod!!!) neer te buigen, steunt hij altijd op mijn arm, zodat ik gedwongen ben me ook... neer te buigen. Ik hoop dus dat de Heer het me zal willen vergeven... Elisa antwoordde: Ga in vrede.” (2 Koningen 6:19) Een vriend van God op de verkeerde plaats, behorend tot ‘het verkeerde volk’, politiek gezien behorend tot de ‘foute partij’... Maar: een vriend van God!

Doorslaggevend voor het geloof is niet onze afkomst of ons lidmaatschap. Tenslotte gaat het om onze houding tot God. Zoeken we Hem, en willen we Hem dienen? Veel brave Christenen gaan verloren, en velen op wie ze neerkijken worden behouden... Zal Naäman ons voorgaan in het Koninkrijk?

vragen:

1. Hoorde Melchisedek tot de ‘juiste groep’? Hoe stond hij tegenover God? (Genesis 14:18-20)

2. Cornelius was een Romeinse heiden, volgens de burgerlijke gegevens. Hoe ziet God hem? (Handelingen 10:22)

3. In Marcus 7:26 e.v. ontmoeten we iemand die puur heidens is. Maar Jezus verhoort haar gebed en prijst haar. Waarom?

Bram Krol

Bron: uitdaging mrt '07