COMMUNICATIE EN BOTSENDE KARAKTERS

Soms wil een gesprek niet lukken. Twee mensen staan karakterologisch  te ver van elkaar af. Ze zijn tegenpolen van elkaar op de schalen aktief – passief en extrovert – introvert. Er zijn nog meer tegenstellingen: conservatief – progressief of: rekkelijk – precies. De interesses, overtuigingen en gewoonten kunnen sterk verschillen. Nog voordat het gesprek begint, is er al een spanning vanwege deze ‘incompatibilité des humeurs’.

Beter dan ‘sterk’ te lijken en dit gesprek zonder meer aan te gaan, is het goed als de bezoeker zich deze psychologische kloof realiseert. Kun je niet beter dat gesprek toeschuiven aan iemand anders die het beter aankan? De kans op frictie is té groot en de kans op een werkelijk vruchtbaar gesprek té klein.

Als het onvermijdelijk is dat twee tegenpolen toch met elkaar spreken, moet de gespreksleider zich tot het uiterste inzetten geen stokpaardjes te berijden. Hij zal zichzelf ertoe moeten dwingen zich geheel op de ander te richten, en zijn welzijn bovenal in het oog te houden. “Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf.” (Fil. 2:3) Dus geen commentaar of kritiek op de ander. Schep nooit afstand.

Moeilijke gesprekken hebben - nog meer dan de gesprekken die ‘vanzelf’ lopen – het nodig dat de bezoeker zich wat op de achtergrond houdt. Hij moet leren niets te poneren en veel te vragen. Die vragen moeten een open karakter hebben en uitnodigen tot gesprek. Dus geen sturende of insinuerende vragen! Geen verholen kritiek. Niet: “Daar zult u het wel niet mee eens zijn, hè?” Wel: “Hoe denkt u daarover?” of: “Kunt u eens vertellen wat u tot dat inzicht bracht?”

Zolang iemand zich niet safe voelt in de rol van bezoeker moet hij vastbesloten confrontaties vermijden. Maar er is goed nieuws. Een bezoeker of een pastoraal medewerker kunnen zich met enige goede wil redelijk allround ontwikkelen. Dan hoeven ze zelden meer iemand uit de weg te gaan – wat overigens dikwijls meer van wijsheid dan van zwakte getuigt. Maar voordat zij zich de nodige vaardigheden en kwaliteiten eigen hebben gemaakt, kunnen ze  beter zichzelf en de ander een onaangename confrontatie besparen. Zo’n confrontatie is negatief. Spanning lokt spanning uit. Kritiek brengt verwijdering en zelfs agressie voort. Dat is strijdig met de bedoeling van een huisbezoek of pastoraal gesprek. Die moeten vrede brengen en bemoediging. Het is gemakkelijk iemand te verliezen en moeilijk hem te winnen. En op dat laatste zijn we uit!

Stel jezelf altijd de vraag: Wat kan ik voor de ander betekenen? Dus niet: “Waarin verschil ik met hem van mening, of wat heb ik op hem aan te merken?” Je bent een dienaar van je medemens. Als je dat goed beseft brengt dat rust in je hart. Jij gaat inderdaad je grenzen verleggen. Jij weet negatieve energie ten positieve om te zetten. Je bent een wonderwerker van de Heer, een gereedschap in zijn hand.

 

Bram Krol

Bron:  Bulletin voor Gemeentegroei  (Nov/dec 2006) aangevuld 1/1/2014