aelv-1.jpg

Christus in Bihar

het Evangelie dringt door op de ‘begraafplaats der zendelingen’

Tot voor kort was er geen enkele Christen in Rangeli, een stadje met 12.000 inwoners in het oosten van Nepal. Toen kwam Suresh er wonen. Maar het verzet tegen het Evangelie was groot. Hij zweeg…

Maart 2011 deed Suresh Mandali mee met een conferentie over Gemeentegroei in een nabijgelegen stad. Dit stimuleerde hem om toch te gaan evangeliseren. Er ontstond al snel een kleine gemeente. In zijn huis maakte Suresh een zaaltje waar nu geregeld 70 á 80 mensen komen. En die kleine gemeenschap heeft inmiddels 3 andere kerkjes gesticht in Nepal, onder minderheidsstammen in de zuidelijke riviervlakte. Diezelfde stammen vind je ook aan de andere kant van de grens in India. Ze spreken dezelfde taal (Maithili). Onder hen werden ook twee gemeentetjes gesticht, in de deelstaat Bihar.

Bihar heette in zendingskringen: ‘Het graf der zendelingen’. Vanaf 1800 werden er pogingen ondernomen het evangelie daar te verkondigen. Zonder resultaat. Veel zendelingen stierven aan tropische ziekten. Anderen werden verjaagd of zelfs gedood door fanatieke hindoes. Het werk leek geheel tevergeefs. Zo ontstond de mythe dat Bihar een onneembare vesting was. Toen ik Suresh in juli 2011 bezocht, keek hij daar vreemd van op. Om dat nog eens dramatisch te onderstrepen, kwam net toen telefoon uit India, uit een plaats op een dag afstand per trein. “Wil je hier ook een gemeente stichten?”

Het hindoefanatisme is groot in Bihar. Wee degene, die het waagt er een eigen mening op na te houden. Het dorp of de stam beslissen wat je mag denken. Er is geen plaats voor iemand die afwijkt van het vaste patroon. Bihar is één van de drie meest anti-christelijke deelstaten van India. Wie zou daar ooit kunnen werken als evangelist?

dscn0635“We moeten iets doen. Ze bellen me steeds.” Dat hoorde ik twee maanden geleden, toen ik Suresh opnieuw opzocht. We bleven praten, terwijl vrouwen mijn voeten wasten, een eeuwenoude gewoonte aldaar. Ik zag dat hij in grote armoede leeft. Hij kon het evangelisatiewerk bekostigen, door de helft van zijn magere salaris aan de zaak van Christus te wijden. Om nu ook nog een treinkaartje van een paar euro te kopen? Dat werd teveel. Maar diep in Bihar smeken de mensen om een evangelist. Ze hebben iets vernomen van de boodschap van hoop en vergeving die Suresh brengt. Dat willen ze horen.

Onder de Santali’s en andere minderheden is het hindoeïsme niet erg aangeslagen. Je kunt ze beter animisten dan hindoes noemen. Ze voelen zich overheerst en bedreigd door de hogere kasten, die hen zien als outcasts, onderkruipsels, van minder waarde dan een hond. Ze worden vreselijk uitgebuit. Alleen in hun eigen dorpen hebben ze enige waardigheid, voor zover je daarvan kunt spreken bij arme zielen.

“Hoeveel gemeenten zou je kunnen stichten in Bihar?” vroeg ik Suresh. “O, heel veel.” Maar daar valt voorlopig niet aan te denken. Een evangelist, vanuit Nepal uitgezonden, kost zo’n 1200 euro per jaar. Dat is onbetaalbaar, nietwaar? Maar dat gaat hem wel aan het hart.

“Kun je ze dan geen boeken en Bijbels sturen?” Kom nou… De meesten kunnen lezen noch schrijven. En het hele leven en denken van de Santali’s is zo door en door heidens, dat het tijd vergt om hen iets te laten begrijpen van het Evangelie. Woorden die voor ons overbekend zijn, als: God, vergeving en eeuwigheid, betekenen voor hen iets heel anders. Het kost tijd hen enig begrip bij te brengen.

“Ben je dan niet bang voor de extremisten?” Ze branden huizen plat en verjagen Christenen. “Bang zijn we niet. We weten wat we doen, en hoe we problemen kunnen vermijden” was het antwoord. Maar die paar euro, dat was een veel groter probleem…

Ik zat aan de ruwe houten tafel, op de overloop van het huisje van Suresh. Er was een geweldige maaltijd klaar gemaakt voor de bezoekers. Iedereen kreeg zelfs een heel klein stukje kippenvlees. Voor het eerst in weken stond er vlees op het menu. De kinderen van Suresh zaten stilletjes te hopen, dat we niet alles zouden opeten… Misschien viel er voor hen dan ook nog iets te kluiven.

Wat een contrast. Suresh heeft er geen probleem mee om werkers te vinden die lachen om de dreiging van fanatici. Maar die paar euro… Geld kan ik misschien wel vinden, maar waar vind ik ooit zulke mensen?

Een Nederlander hoef je niet naar de Santali’s te sturen. Kan die slapen op een bed van bamboestokken? Hoe reageert hij op de scherpe kruiden, toegevoegd aan de ene armelijke rijstmaaltijd per dag? En hoe moet je naar de wc, als er op geen tien kilometer eentje te vinden is? Je handen en kleren wassen in modderig water? Maar Suresh heeft mensen gevormd die zich onder die omstandigheden wonderbaarlijk thuis voelen. Ze spreken de taal van de stam. Ze begrijpen de gewoonten. Ze kennen de Bijbel. Nu nog een paar schamele euro.

Een paar euro – dat moet toch mogelijk zijn? Ik heb Suresh toch niet ‘bij toeval’ ontmoet? Laten we bloemetjes zetten op het ‘Graf der zendelingen’. Een boeket van hoop, een posthuum eerbewijs. Met de kruisvlag hoog in top! Ook Bihar kan de waarheid niet weerstaan. Buitenlanders konden zed an wel verjagen. Maar wie kan er op tegen een horde Nepalese outcasts? Verschoppelingen in het oog van de mensen, maar in dienst van een machtige Heer.

Voor nadere informatie: www.bramkrol.com

Bram Krol
Bron: artikel uit Uitdaging Oktober 2012