Hoe de wereld veroverd werd voor Christus

              ‘Wise and profitable doctrines’  (Eusebius)

 

De wereld werd in de eerste eeuw overrompeld door het Evangelie. Ze was er klaar voor. Het leek wel of miljoenen stonden te wachten op het ‘goede nieuws’. De Bijbel noemt dat ‘de volheid der tijden’. (Gal. 4: 4; Ef. 1: 10) Een aantal zaken die daaraan bijdroegen zijn algemeen bekend: de vele bekeerlingen (proselieten en godvrezenden) die overal in de synagogen werden aangetroffen. Deze bekeerde heidenen geloofden in één God. Dat werd nadrukkelijk ook geleerd door de Griekse filosofen – vooral de Neo-Platonisten. (De invloed van het veelgodendom taande alom in de Romeinse wereld). Maar ze ‘zaten’ niet lekker in de synagoge, waar ze toch altijd als tweederangs gelovigen werden behandeld. Dat kwam bijvoorbeeld pijnlijk tot uiting bij de vaste gebeden in de synagoge, waarbij de proselieten niet mochten zeggen “Onze God”, maar dat moesten veranderen in: “God van Israël”. Zij omarmden massaal de boodschap van Jezus.

 

Een tweede factor die bijdroeg aan de snelle verspreiding van het Evangelie was dat er twee grote wereldrijken waren, beide met een redelijke mate van vrede, waar handel en verkeer was en waar je overal met de officiële landstaal terecht kon. Het meest bekende van die rijken is het Romeinse rijk, met het Grieks als voertaal. Het andere was het kolossale Parthische rijk (van Syrië en Oost-Turkije tot Noordwest-India en Noord- en Oost-Arabië. Daar was de voertaal Aramees. Het Hebreeuws is daar nauw aan verwant. Wie Hebreeuws sprak kon zich tot in het noorden van India verstaanbaar maken. In het Parthische rijk woonden veel Joden en er was zelfs een Joodse vazalstaat (Nahardea, in het noorden van het huidige Irak). Dat wil zeggen: er was een grote beïnvloeding van de hele maatschappij van het geloof in een enkele God.

 

Een derde factor is dat het Jodendom wachtte op de Messias. Jezus was bekend en populair, net als Johannes de Doper, zijn heraut. Van deze laatste weten we dat hij jaren na zijn dood nog geëerd werd, en de massa’s beschouwden hem toen nog steeds als een echte profeet. Daarover schrijft de Joodse historicus Josephus. Aan de hand van zijn woorden en de uitleg van tal van voorzeggingen uit het Oude Testament konden velen van hen overtuigd worden van de waarheid van de boodschap en Persoon van Jezus Christus.

 

Er waren ook andere zaken die een rol speelden. Heel bijzonder is dat verschillende befaamde auteurs en filosofen de mensen uit die tijd als het ware hebben voorbereid op de aanvaarding van het Evangelie. Dat is bij velen in onze tijd niet bekend. Ik vertel het je, om te laten zien hoe God zijn boodschap toen heeft gelanceerd. Dat is zo bijzonder. Trouwens, wat ooit gebeurde kan op de een of andere manier opnieuw gebeuren. Als we dat weten, zal dat ons vertrouwen versterken. Hij heeft de tijden in zijn hand. Het heeft de Christenen in de begintijd van de kerk enorm verbaasd. Ze zagen er duidelijk Gods hand in. Het gaat om opinies en aankondigingen die je zou kunnen beschrijven als ‘wereldse profetieën’. Die hebben vele duizenden in het begin in de kerk gebracht.

 

Paulus kon al in ongeveer in het jaar 50 A.D. over het Evangelie zeggen: “Overal in de wereld draagt het vrucht en groeit het.” (Kol. 1: 6) Ik zal je nu drie van die ‘wereldse profetieën’ voorhouden. Je kent ze mogelijk (zelfs waarschijnlijk) niet, maar ze hebben een verrassende invloed gehad op een snelle verspreiding van het Christelijke geloof. Het gaat om de beschouwingen van de Fenicische historicus Sanchuniathon, de “profetie” van de Griekse filosoof Plato en een gedicht van de Romeinse blijspeldichter Vergilius.

 

  1. Misschien de oudste historicus, Sanchuniathon

              Misschien heb je de naam Sanchuniathon nog nooit gehoord. Toch is hij een belangrijk man. Schrijvers uit de eerste drie eeuwen na Christus beschouwden hem als de allereerste geschiedschrijver van de mensheid, en meer dan dat, als een man die toegang had tot de oudste geschriften die er op aarde bestonden. Hij leefde 1300 á 1200 voor Christus, net na de tijd van Mozes. Hij was een Feniciër. (De Feniciërs zijn verwant aan de Hebreeën en spreken Aramees, een bijna gelijke taal). Lang tijd heeft men getwijfeld aan het bestaan van deze man. Dat werd nog versterkt doordat er in een van zijn boeken (waarvan alleen nog maar fragmenten over zijn) melding gemaakt wordt van een Griekse schrijver die ongeveer 700 v. C. leefde. Misschien is dat later toegevoegd, een interpolatie zoals dat heet. Maar tal van feiten lijken zijn historiciteit en de juistheid van zijn geschriften te bevestigen, vooral door de vondst van een enorme bibliotheek met kleitabletten met spijkerschrift in Ras Shamra (Ugarit) in Syrië (1929) en de jarenlange ontcijfering daarvan. Daarin vind je voor een deel dezelfde dingen als waar Sanchuniathon over schreef. Die zaken waren eeuwen later echt niet meer bekend.

 

Eusebius van Caesarea (een befaamd schrijver uit het begin van de vierde eeuw na Christus) haalt in zijn boek Praeparatio Evangelica (313 AD) enkele bijzondere uitspraken aan van Sanchuniathon. Dat boek laat zien hoe de mensheid was voorbereid door God om het Evangelie te ontvangen. Dat Evangelie brengt ons: ‘Wise and profitable doctrines’. Dat is een zinsnede uit het genoemde boek van Eusebius, dat ik als ondertitel heb gekozen van dit artikel. Het Evangelie is uitermate waardevol, want het verandert mens en maatschappij. Hij besteedt veel aandacht aan Sanchuniathon, want, zegt hij, deze man laat zien hoe het veelgodendom tot stand is gekomen. Hij had zijn informatie van een oude Egyptische priester van Ieuo (Jahwe?), die de eerste en de enige God is, de Schepper. Eerst geloofde iedereen in die ene God. Pas veel later gingen mensen hun eigen stamvaders, grote koningen en helden vergoddelijken, naast het geloof in die ene God, de grootste van allen. Nog later vergaten de mensen Hem zelfs.

 

Was er in deze wereld eerst een veelgodendom dat later evolueerde naar het geloof in één God? Dat dachten (en denken) veel wetenschappers. Maar de oudste historicus op aarde vertelt een heel ander verhaal. Het geloof in de ene God was de regel en dat verwaterde later tot veelgodendom. Omdat Sanchuniathon iets anders bracht dan de veronderstellingen van de grote meute van moderne wetenschappers, werd zijn getuigenis gemakkelijk opzijgeschoven. Maar voor Eusebius was hij een kroongetuige. Hij bouwt in zijn Praeparatio Evangelica voort op deze historicus.

 

De Praeparatio Evangelica is een bijzonder boek. Eusebius zegt dat veel heidenen niets van de Bijbel willen weten. Hij probeert hen door hun eigen gezaghebbende schrijvers de weg naar Christus te wijzen. Veel mensen zochten in zijn tijd naar wat het oudste en het meest puur was. Om die reden hechtten de mensen een heel grote waarde aan de woorden van Sanchuniathon. Die legt uit dat het geloof in de ene, ware God de oudste papieren heeft. Waar vind je dat geloof? Bij de Joden en de Christenen. Maar de Joden waren wettisch en exclusief. Daaruit concludeerde Eusebius dat de echte godszoeker ‘dus’ bij de kerk terecht moest komen, waar hij zich niet hoefde te verjoodsen om welkom te zijn.

 

Deze Sanchuniaton heeft een bepaald verhaal tweemaal verteld. De godheid El heeft, ter wille van de redding van zijn volk, zijn enige zoon geofferd. Zo werd het volk uit de nood gered. Nu de Christelijke reactie op dit verhaal uit de oudheid. El betekent: God. De gelovigen zagen daarin het oorspronkelijke godsbestuur over deze wereld. De Feniciërs staan erom bekend dat ze mensenoffers brachten, maar daar wilden Jood noch Christen iets van weten. Maar omdat ze in deze geschiedenis niet een menselijke koning met de naam El, maar God zelf meenden te herkennen, veranderde dat de zaak. God gaf zijn eniggeboren Zoon tot redding van de mensheid. De vroege Christenen hebben dit verhaal beschouwd als een heidense profetie over de komst van Christus en zijn kruisdood om de mensheid te redden.

 

  1. De zogeheten ‘profetie’ van de filosoof Plato

 

Een bijzonder invloedrijke filosoof was Plato, zelf leerling van Socrates en leermeester van Aristoteles. Hij leefde van 427 – 347 v.C. Plato was de stichter van de eerste universiteit in de westelijke wereld. Door zijn gedachten over de ene en onzichtbare God legde hij een bom onder het veelgodendom van Griekenland en later het hele Romeinse rijk. God noemde hij de Demiurg (Ambachtsman); later had Aristoteles het over de ‘Onbewogen Beweger’.

 

De ideeën van Plato werden enorm bestudeerd en uitgewerkt. De belangrijkste filosofische stroming in de tijd van het ontstaan van de Christelijke kerk was het Neo-Platonisme. Dat verkondigde dus dat er in feite maar één God is, zij het zo anders dan de mens dat Hij onkenbaar is. Voeg dat bij de brede maatschappelijke speurtocht naar wat oud en puur was (Sanchuniato o.a.!) en het wordt duidelijk waarom velen met het veelgodendom braken en zich voegden bij - of op zijn minst veel waardering hadden voor - het Jodendom als de oudste vertegenwoordiger van het geloof in de ene, ware God met oude boeken en een oude historie.

 

Omdat het Jodendom bij velen populair was, was ook de Septuaginta, de Griekse vertaling van de Joodse Heilige Boeken, zeer gewild. Omdat degenen die Aramees spraken (het Parthische rijk) in staat waren het Hebreeuws te begrijpen, raakte de boodschap van de Bijbel over een groot oppervlak van de aarde min of meer bekend, namelijk in de twee grote wereldrijken in het Midden-Oosten en Europa/Noord-Afrika.

 

In zijn boek Politeia (De Republiek, II, 362a, over het staatbestuur) beschrijft Plato wat er zou gebeuren als er een geheel perfecte en rechtvaardige persoon in de wereld zou verschijnen. Hij zou “zweepslagen te verdragen krijgen, gegeseld worden, aan het rek worden opgehangen, het brandijzer in zijn ogen krijgen en na dat alles te hebben doorstaan zou hij gekruisigd worden.” Je zou denken dat deze straffen een misdadiger zouden moeten treffen, maar Plato laat zien dat zoiets het lot zal zijn van de perfecte persoon.

 

Het is duidelijk waarom deze woorden op Jezus werden toegepast. De reactie van de maatschappij tegen de Perfecte Persoon worden heel fijntjes door Plato getekend. Zo is het ook inderdaad gebeurd. Vandaar dat deze woorden genoemd worden: De profetie van Plato. De vroege Christenen hebben gretig gebruik gemaakt van de populariteit van Plato om aan de hand van deze woorden het Evangelie te verkondigen.

 

De woorden van Plato over de ‘verworpen rechtvaardige’ staat midden in een verhandeling over het kwaad in de mens. De mens die volkomen goed is, benadeelt zichzelf. Het kwaad loont, rechtvaardigheid niet zozeer. Het beste doen de mensen het die de indruk weten te wekken dat ze rechtvaardig zijn, maar die het niet zijn, en die zichzelf ten koste van anderen verrijken. Dit diepe inzicht in de psychologie maakt de ‘profetie van Plato’ des te krachtiger.

 

  1. De aankondiging van Vergilius

Vergilius was een Romeins dichter en schrijver. Hij was erg gevierd en werd beschouwd als de Latijnse Homerus (de bekendste Griekse schrijver). Hij leefde van 70 – 19 v.C., eerst in Milaan, later in Rome en Napels. Een in zijn tijd zeer bekend en alom geroemd dichtwerk is Bucolica (Buitenleven), een idyllische tekening van het heerlijke leven op het platteland. In het vierde gedicht in die bundel heeft hij het over een wereldredder die geboren zal worden en de hele wereld zal veranderen. Hij zal vrede brengen. Dit werd als een aankondiging gezien van een groot persoon (maar geen machthebber), van buiten de grote stad, die iets buitengewoon ingrijpends zou doen.

 

“Jouw kind bij de geboorte, de ijzeren wapens vernietigd, een gouden ras dat oprijst in de hele wereld...” Dat gaf een bijzondere verwachting van een nieuwe wereldorde, ingeleid door een onbekende, geen machthebber, maar uiteindelijk machtiger dan hen allen. De wapens zullen verbroken worden. Doet dat niet denken aan de profetieën over de Vredevorst uit het Oude Testament?

 

Het is de vraag of hier iets doorklinkt van wat velen in het Romeinse rijk toch al geloofden, namelijk dat er een Verlosser zou voortkomen uit Israël. Dat was een belangrijk element in het geloof van de Joden, die zeer talrijk waren in het Romeinse rijk (6 – 10% van de bevolking). Hun religie genoot als enige naast de staatsgodsdienst (veelgodendom) de bescherming van de wet. Dat was helemaal in lijn met het verlangen van miljoenen naar recht en vrede. Die woorden hadden een enorme aantrekkingskracht. Zowel in het Parthische als in het Romeinse rijk geloofden velen dat er een wereldheerser als vredevorst zou opkomen uit Israël.

 

Uit deze dichterlijke woorden kun je niet veel opmaken. Mooie woorden, maar wat is de waarde daarvan? Maar toch beschouwden de Romeinen dit als een echte aankondiging, niet slechts als dichterlijkheid. Vergilius was uitermate populair. De Christenen hebben deze woorden toegepast op Jezus Christus, de Vredevorst. Het was een sterk punt om in de Romeinse wereld te kunnen zeggen dat hun eigen top-auteur Hem al had aangekondigd. Dus zo gebeurde dat.

 

Conclusie

Zo droegen de eerste van de historici, de grootste van de filosofen en de grootste (Romeinse) schrijver allen argumenten aan die de overwinningsweg van het Evangelie hebben voorbereid. Fenicië (dat was geen georganiseerd land, maar een groot deel van het Midden-Oosten – en ook delen van Noord-Afrika (Carthago!), Sicilië en Zuid-Spanje, waar de Feniciërs kolonies hadden gesticht) verkondigde de God van de Bijbel - Plato, de Griek, profeteerde over het kruis en de Romein Vergilius had het over de vrede-koning die voor de hele wereld zou komen. Het Evangelie had sterke papieren! Haar komst was goed voorbereid.

 

Bram Krol

25-05-2020 (aangevuld 13 juni 2020)

 

Lees ook, over de vroege kerk:
https://www.bramkrol.com/gemeentegroei/artikelen/325-de-kerk-van-het-eerste-begin

en: https://www.bramkrol.com/gemeentegroei/artikelen/256-over-het-vroegste-begin-van-de-kerk-op-de-britse-eilanden